Schotland 2005

In 2005 zijn we in de zomer met boot en trein vanuit IJmuiden naar Inverness in Schotland gegaan. Vanuit Inverness zijn we in drie weken via Aberdeen en Edinburgh terug naar Newcastle gefietst. Hierbij hebben we voornamelijk delen van de Noordzee route, de NCN 1, gevolgd.

Zuid Schotland
Vanaf Edinburgh tot Newcastle staat de NCN 1 beter bekend als the Coast and Castles Cycle Route, dit slaat vooral op het deel door Noord Engeland waar veel ruïnes van kastelen aan de kust liggen.

Het deel vanaf Edinburgh tot aan Berwick-upon-Tweed door Zuid Schotland  behoorde voor ons dit jaar tot één van de mooiste stukken waar we doorheen zijn gereden. Vooral de rit door de Moorfoot Hills en door de vallei van de River Tweed is heel mooi.
Eerst echter moesten we door Edinburgh heen rijden naar de andere kant van de stad. De meeste fietsroutes gaan recht door het centrum van de stad. Zelf hebben we een alternatieve eigen route genomen langs de kust en door de havens van Edinburgh. Het is heel boeiend om ook deze niet touristische kant van de stad te zien. Voordeel is ook dat het hier vrijwel vlak is wel moet je opletten op het drukere verkeer. We hebben geen echt geen hekel aan klimmen, maar in een drukke stad is het toch prettiger om vlak te rijden. 

We zijn die eerste rit niet al te ver gegaan, aan de ander kant van Edinburgh ligt Newtongrange aan de voet van de Moorfoot Hills. Van daaruit wilden we de doorsteek door de heuvels maken naar het stroomgebied van de River Tweed. Van Granton naar Newtongrange is maar 33 km zodat we rustig aan konden doen en toch waren we vroeg op een camping. De camping bij Newtongrange is mooi gelegen onder een oude spoorbrug en is  heel rustig en er was hier zo dicht bij Edinburgh echt volop ruimte.

Vertrek uit Aberdeen
Even ten zuiden van Aberdeen ligt bij het plaatsje Stonehaven de ruïne van Dunnator Castle. Dit kasteel ligt op een hoge rots voor de kust, te bereiken via een smal paadje met steile trap. Delen van dit kasteel zijn nog intact. Wanneer je er tijd voor hebt is het zeer de moeite waard om in je route op te nemen. Zo hebben wij ook gedaan, we hebben hier rustig een tijdje rondgekeken voor we onze reis naar het zuiden weer vervolgden.

De NCN 1 gaat hier af en toe van de verharde weg af en volgt heel mooie paden vlak langs de kust. Op enkele van deze weggetjes zijn we echter zo door elkaar geschud dat we besloten om een deel van de tocht toch maar over een wat drukere asfaltweg te rijden. Uiteindelijk zijn we bij het plaatsje Montrose gekomen waar we op een camping in de duinen terecht zijn gekomen. We zitten vlak bij het strand en achter de camping staat een fabriek, net of we thuis zijn in IJmuiden.

Vanuit Montrose zijn we vertrokken met een stevige tegenwind die ons de hele dag dwars heeft gezeten. Je merkte hier wel dat je in de buurt van een grote havenstad Dundee kwam. Het verkeer wordt drukker  en zoals gewoonlijk zijn in de steden de route bordjes niet allemaal meer aanwezig of duidelijk zichtbaar. Met een goede kaart is hier echter goed te fietsen. In Monitfeith een voorstad van Dundee is een camping, maar omdat wij hier al om twee uur waren besloten we door te fietsen naar Tayport aan de andere kant van de Firth of Tay waar nog een camping moest zijn volgens onze gegevens. In Dundee moet je naar de Tay Road Bridge over de Firth of Tay. Midden op deze brug loopt een fiets / wandelpad, waar je alleen met de lift op kunt komen. De liften zijn precies groot genoeg voor één fiets met bagage.

Inverness
Onze eerste dag hebben we vrij rustig doorgebracht. Na de lange reis hebben we eerst een nacht lekker geslapen. Daarna zijn we Inverness ingegaan om de stad te bekijken en om een boottocht te maken op de Moray Firth. Inverness is een behoorlijk drukke plaats met enkele mooie oude gebouwen zij aan zij met allerlei nieuwbouw. Het is voor veel toeristen een uitvalsbasis naar diverse streken in Schotland.

De Moray Firth staat erom bekend dat er veel waarnemingen van dolfijnen gedaan worden en ook van andere walvisachtigen. Vanuit Inverness worden er daarom ook veel excursies georganiseerd per boot waarbij de mensen meestal wel dolfijnen te zien krijgen. Een garantie daarop kan men echter niet geven. Wij hadden dan ook de pech dat we een paar uur in een boot zaten zonder dolfijnen te zien, niet dat de bootreis vervelend was, vanaf het water hadden we een mooi uitzicht op de streek waar we de komende dagen doorheen gaan trekken op de fiets.
Voor Mathilde was het wel een kleine teleurstelling want het zien van dolfijnen was wel één van de redenen om hierheen te gaan. Gelukkig is deze vakantie nog maar net begonnen en valt er de komende weken nog genoeg te beleven.

Een reis naar Groot Brittannië begint voor ons meestal aan het eind van de straat. We wonen op nog geen twee kilometer van de Felison terminal in IJmuiden vanwaar de veerboten van DFDS Seaways vertrekken naar Newcastle (Tynemouth). Deze veerdienst vertrekt vanuit IJmuiden om zes uur 's avonds en komt de volgende ochtend aan in Tynemouth. Op deze reis nemen we meestal de luxe van een buitenhut met douche en toilet en we eten zowel 's avonds als 's ochtends in het buffetrestaurant aan boord. Voor niet al te veel geld kun je daar goed en gevarieerd eten. Vooral 's ochtends heb je met een stevig engels ontbijt een goede vulling in de maag waar je het een lange tijd op uit kan houden.